maandag 25 juni 2012

Evaluatie van de Mongolia Expeditie

Zondag 24 juni 2012

Vanaf nu zijn de berichten gepubliceerd in chronologische volgorde. Voor de nieuwe lezertjes is dit overzichtelijker. Begin in mei in het Blogarchief.   Veel Leesplezier: het SPYR team





20120624 Mongolia Inspyraration Evaluatie

Anton: Het is een enerverende reis geweest met een hinderlijke vals start door de criminele douaneactiviteiten in Wit Rusland. Ook de douane perikelen in Mongolie hebben veel tijd en energie gekost.
Voor de rest heb ik alleen maar positieve ervaringen met de Mongolen, hun land, de Nederlandse gemeenschap en mijn reisgenoten. Hoewel ons reisplan ambitieus was hebben we er toch een groot deel van kunnen verwezenlijken.  De auto’s hebben zich uitstekend gehouden. Vooral de Rolls heeft geen krimp gegeven. Die is gebouwd voor dit soort wegen. De Benz is te laag en de tussendemper had er gewoon niet tussen moeten zitten. Nadat deze verwijderd  was heeft hij het goed gedaan.

We hadden de taken verdeeld: Fons de culturele bestemmingen, Bram de route, Piet de documenten en ik de auto’s.   Ieder voor zich heeft zich naar behoren van zijn taken gekweten. Ondanks dat we allemaal volledig verschillende persoonlijkheden zijn die elkaar nauwelijks kenden is het ons gelukt om zonder grote meningsverschillen deze toch wel zware tocht te volbrengen.
Ik vond het een geslaagde en ontspannende trip, maar ben blij dat ik weer naar mijn Willemientje en het gezinnetje terug kan.

Fons:
Genoten van een intense boeiende en inspyrerende reis. Goede indruk gekregen van het immens grote en lege land, de overweldigende onbezoedelde zeer gevarieerde natuur, de open gastvrije Mongolen buiten de hoofdstad met hun efficiënte middeleeuwse gebruiken. 
Overal adem je de rijke indrukwekkende historie van Mongolië in. 
De mongoolse vrouw heeft duidelijk de broek aan (onder haar 'deel'). Er is hooguit een licht omgekeerde begrijpelijke discriminatie van de mongoolse man door zijn overmatige wodka gebruik. 
De opvallende sterke oldtimers gaven een extra dimensie aan dit avontuur dat gelukkig zonder kleerscheuren is beëindigd. 
Als expeditie arts nauwelijks wat te doen gehad met de vier 60+ mannen, ondanks de zeer gebrekkige dan wel niet aanwezige sanitaire mogelijkheden. 
Dat de vier verschillende - deels elkaar nog weinig kennende neuzen - steeds weer dezelfde kant opgingen en aan elkaar gewaagd bleken, was ook een uiterst plezierige ervaring.
Tot slot bleek niet scheren praktisch en handig, maar ook "niet alles".
We zullen nog heel lang met veelgenoegen terugkijken en teren op deze 'lifetime' ervaring, die door groot Moghol Anton is mogelijk gemaakt!
Fons

Piet:




In een e-mail van onze Djengis Kh(An (ton)) van 12 mei ll. werden wij – de overige reisgezellen – opgeroepen reisverhalen te schrijven voor onze blogspot. Het uitgangspunt was emo-tainment dat wil zeggen onze lezers laten smullen van roddelverhalen en onderlinge ruzies. Kortom, sentiment tonen, het flink smijten met  Mongoolse modder.

Hoever staat deze lage landse opzet af van het verheven Mongoolse Boeddhistische ideaal, het uitgestrekte steppen landschap, de helderheid van de eeuwige sterrenhemel, de onschuld van kleine kinderen, de mooie gelaatstrekken van charmante vrouwen en de vrijheid van de dierenwereld. Hier betaamt nederigheid en relativering. Tegen deze achtergrond speelt gebrek aan sanitair, een zacht bed , een kapotte knalpot of menselijk gedrag geen rol.
De vraag is of de Mongoolse ziel enigszins tot ons is doorgedrongen. Voor mijzelf durf ik deze vraag met een voorzichtig ja te beantwoorden.Naast een hopeloze en onmogelijke functie als plaatsvervanger van Willemien meen ik mezelf tijdens de reis gedragen te hebben zoals een Mongoolse man zou doen, namelijk door zoveel mogelijk anderen het werk te zien verrichten en wodka te drinken. Overigens wat had ik anders moeten doen. Ieder had immers zo zijn taak en daar waar Fons toch alles deed en ook graag wilde doen was mijn taak vooral gericht op het voorkomen van dubbel werk. In deze tegenstelling tussen actie en rust, heb ik weinig ambitie getoond. Mijn pogingen om een rustdag in te voeren werden vriendelijk bejegend maar met zakelijke motieven afgewezen.Maar ook deze teleurstelling maakt in Mongolië niet uit. Het land is wijd en ruim genoeg, de hemel ver en helder, de mensen lief en gelaten en het land biedt elk wat wils. En wat niet is, kan nog komen, niet vandaag dan misschien morgen. Mongolië is geen eendagsvlieg. Zo is het al eeuwen en zo zal het blijven.Het antwoord op alle vragen of wensen ligt ( dus ) kennelijk  in jezelf .
Ik heb zeer genoten. Ik vraag excuus aan mijn reisgenoten waar ik dromend achterbleef daar waar attentie mijnerzijds werd verwacht. Ik zeg hen dank voor hun inspanningen die mij steeds weer een nieuwe horizon openden.





Bram:
Bezoekers van Mongolie zien het land meestal op vaste toeristische circuitjes in een jeep of busje met chauffeur en gids. Van comfortabel hotel naar gelikt gerkamp en weer terug.
Door het briljante plan van Anton om een ruim 80 jaar oude Rolls en een ruim 40 jaar oude Mercedes per container naar Ulaan Bataar te vertreinen waren wij in de bevoorrechte positie het land op eigen houtje te kunnen verkennen. Op een denkelijk nog nooit vertoonde manier: met zeer klassieke auto's, via de meest spannende routes en weinig bezochte plaatsen. 
Zo hebben wij Mongolie op een unieke manier leren kennen: zoekend naar iedere centimeter bodemvrijheid, navigerend op Open Street Maps en Russische stafkaarten, steeds maar weer hopend op een bed (en indien gevonden maar niet te goed lettend op de staat van het beddengoed).
Een douche en WC werden al snel een grote luxe voor ons!
We kwamen zo op plaatsen waar een buitenlandse bezoeker nog een echte bezienswaardigheid was, en waar we de oprechte onbevangen gastvrijheid van de Mongolen leerden kennen.
Dat maakte de reis een onvergetelijke belevenis! 
En het was vooral ook een bijzondere ervaring om met een viertal eigenzinnige lieden op pad te zijn, die dit niet met elkaar geoefend hadden, maar allen flexibel genoeg bleken om de onvermijdelijke hobbeltjes op tijd om te zetten in een geheven glas.
Dank Anton, Piet en Fons voor de fantastische weken! 

Toch nog een Mongool geraakt

Zaterdag 23 juni 2012


20120623 Ulan Bator Zaterdag

We rijden over de Peace Avenue naar de containerwerf om de auto’s in de container te stoppen. Het verkeer is zoals gewoonlijk een chaos. Opeens schiet er een Nissan nog net door rood voor de Antonoff de weg over. Ik rem uit volle kracht, maar kan hem net niet meer ontwijken en rijd zijn achterbumper eraf. We staan stil en moeten volgens de instructie van de ambasade stil blijven staan totdat de politie komt. Dat duurt me te lang en rijdt de Rolls langs de kant van de weg. De Mongool komt wild gebarend op me omdat hij denkt dat ik weg wil rijden. Ik lach hem sussend toe en dan zet hij zijn auto ook aan de andere kant  van de Peace Avenue. Zijn vrouwen dochter zijn inmiddels uit gestapt. Ik probeer nog even duidelijk te maken dat het hun schuld is en dat ik mijn bumper weer moet poetsen. Zij denken daar duidelijk anders over en al snel bied ik aan om de schade te betalen. Prompt komt de dochter met een rekenmachine waarop staat dat het 150.000 Tugrik gaat kosten: ongeveer 90 euro. Ik biedt 100.000. Dat wordt lachend afgeslagen. Dan biedt ik 110.000, maar zij komen met het voorstel om dan maar naar de schadeexpert te gaan. Ik weet niet hoe snel ik akkoord moet gaan met hun vraagprijs. Maar dan wel onder de voorwaarde dat ze poseren met een lachend gezicht voor de foto. Dan doen ze en we nemen afscheid als goede vrienden. Het hele proces heeft in totaal 5 minuten geduurd. Mongolen kunnen wel efficiënt zijn als ze willen.
De lachende dame heeft net 150.000 Turiks geincasseerd.
De bumper is er weer aan geplakt en dat zal wel zo blijven.
Handige jongens die Mongolen.

Het kost enige moeite om de auto’s vastgesjord te krijgen, want de Wit Russen hebben alles door elkaar gegooid. Zelfs de werkbank is er uit gesloopt. Dan gaat de deur dicht en volgens Piet is er een volledige laadlijst. Ik hoop dat hij mijn 2 zakken wasgoed ook heeft opgeschreven. Piet heeft een edelmoedige en genereuze dag want hij geeft een 20 liter jerrycan met mijn benzine weg aan de sjorders.
Veiligheid voor alles of stond het niet op de laadlijst?

De exportmanager brengt ons  naar de leerfabriek. De vrouw waar ik gisteren op de zwarte markt geitenhuiden van heb gekocht, heeft ons uitgenodigd. Het is een klein bedrijf, maar wel met goede machines. Er werken 5 man, ook op zaterdag. Ze bewerken het gelooide leer door het dunner en gelijk van dikte te maken, op te rekken en vlak te maken en er dan een motief in te printen. Daarna wordt het geverfd en gedroogd. Het is leuk om dit proces, wat geheel handarbeid is, te zien. Ik koop een hele partij kamelenleer. Helaas is het niet de goede tijd van het jaar voor geitenleer voor leren jasjes. Het leer is nu nog te dun. Het leer kost een fractie van wat ik in Holland moet betalen.
Het leer wordt uitgerekt en gedroogd.
De voorraad geiten- en kamelenleer
Het schalmen (dunner maken) van het leer.

De inmiddels weer goed Duits sprekende dame gaat met ons mee naar de Kashmir verkoper. Ze adviseert Piet bij de aankoop van een paar mooie shawls. Ik koop een vest ondanks dat ik de prijs behoorlijk duur vindt. Het is stof van geitenhaar dat hier gesponnen en geweven is. Jammer dat we geen tijd hebben om deze fabrieken ook te zien.

In het hotel smeert Froit van Harst ons een ger aan, die we kunnen opzetten bij ons huis in Morzine gedurende de wintervakantie. Met al die aanwas is dat huis inmiddels te klein en dit is een mooie oplossing om een zootje kleinkinderen onder te brengen. We hebben gezien dat het opzetten maar een paar uur duurt met getrainde gerbouwers.  
Eerst het skelet en dan het dak.
De blauwe band houdt de ger bijeen.










Ik heb nog net tijd om de koffers te pakken, want dan moet ik weer weg met onze Reisefuehrer naar de Opera. Om op tijd te komen lopen we over een pas geteerd stuk weg. Er kleeft een dikke laag asfalt onder de Geox van Fons. Zijn schoenen zullen voorlopig wel niet meer ademen. Ik zie de gezichten van Clementine en Willemien al als ze onze voetafdrukken op de lichte vloerbedekking zien. Baasje is weer thuis. 

Traviata speelt er. Het is ontroerend om zo’n Italiaanse opera uitgevoerd te zien worden door een stel Mongolen. Violette de hoofdpersoon is prachtig, met een goed voorkomen en zingt overtuigend. Als ik op mijn sterfbed nog zo’n aria ten gehore kan brengen, dan doe ik het ervoor. Het mooiste vind ik echter de belichting. Die is zo zwak en klungelig dat er (onbewust) de sfeer wordt geschapen van een bij kaarslicht uitgevoerde opera. Prachtig


Op het vliegveld is Fons zo gedreven om snel in te checken dat hij de rest van het gezelschap vergeet. Het is verbazingwekkend hoeveel energie die man heeft.

We maken het laatste beltegoed van Piet op en ik krijg allerlei berichten uit de feesttent uit Goor, waar het jaarlijkse volksfeest zich voor de eerste keer in 50 jaar afspeelt zonder mijn aanwezigheid. Als dat maar goed gaat.

Leer en sabelbont


20120622 Ulan Bator Vrijdag

Om 8 uur maken Piet en ik met een biljart-kater een paar presentatieritten voor een deel van de Nederlandse kolonie. Dan is het verkeer nog redelijk rustig en kunnen we nog een beetje snelheid maken. We zien Bram en Fons voor het eerst weer bij het ontbijt. Ze zien er uitgerust uit, maar kijken nog wat wild uit de ogen. Piet is er ook al vroeg bij omdat hij met onze gids TJ naar een strafrechtbank wil. Hij heeft toestemming gekregen om een zaak bij te wonen. Piet hoopt op een moordzaak en als het niet anders kan dan toch minimaal doodslag. Wat kunnen mensen toch een vreemde belangstelling hebben.

Helaas komt TJ niet opdraven. Als ik Tjalling Halbertsma vertel dat wij TJ al van te voren betaald hebben voor deze dag, dan begrijpt hij direct dat onze gids vandaag niet meer komt. "Mongools gedrag" zegt hij en wijdt er verder geen woorden meer aan.

Froit belt dat hij een ger gaat opzetten bij zijn huis. Onbereikbaar voor de Rolls volgens hem. Dat had hij niet moeten zeggen. Even later parkeren wij de Antonoff binnen zijn omheinde grondstuk met houten huis, zonder stromend water. Hij woont op nog geen steenworp van het Ramada hotel dat 17 verdiepingen hoog is. Het is een wijkje met schuttingen, zeer nauwe straatje en gers. Alles wat er gebouwd is of wordt is legaal omdat er geen regels zijn. Het Walhalla voor bouwers.

Dat had je niet gedacht he, Froid? Gewoon een kwestie van achtteruit parkeren tegen de helling op.


Hij produceert en verkoopt gers. Deze kunnen in een paar uur opgezet worden door een paar ervaren mensen. De gekozen stoffen zijn beter bestand tegen het Franse klimaat als de oorspronkelijk Mongoolse. Het lijkt mij wel wat voor ons Franse winterhuisvestingsprobleem met al die kleinkinderen.

Dan brengen we netjes het "geleende" gereedschap terug naar onze Cubaanse tandarts en gaan naar de zwarte markt op leer en sabelbontjacht. We moeten 4 keer weglopen om tot een deal te komen. Ik hoop dat het echt sabelbont is, want voor Mongoolse begrippen zijn de vellen erg duur. Uieindelijk loopt de deal toch stuk omdat ze de door ons voorgestelde wisselkoers van de euro niet geloven. En de banken zijn dicht volgens hen. Zonder sorry of goedendag te zeggen lopen ze weg. We hebben dit al vaker meegemaakt. De begroetings en afscheidsceremonies zijn in Mongolie, op zijn zachts gezegd, minimaal. Dit integenstelling tot het overdreven 3x kussen gedrag tussen onbekenden in Nederland.


Sabeldieren met hun nieuwe aanwinsten.


We rijden, laverend tussen de stomdronken Mongolen die gewoon op de weg in het zand hun roes liggen uit te slapen, naar het hotel.Ik zie een ATM geld machine. de bank is open en binnen de kortste keren ben ik terug bij de bonthandelaren. Nu lacht ze breeduit als welkom. Ik laat eerst de deal bevestigen in Tugrugs en betaal. Dan laat ik de wisselkoers van de bank zien en wat ze hebben verloren door mijn euro's niet aan te pakken. Meer dan 30.000 Tugrugs!!! Ze lachen alle drie als een Mongool die kiespijn heeft.

Bij de leerafdeling kan ik de verleiding niet weerstaan om wat huiden te kopen. De kwaliteit is niet al te best, maar het is spotgoedkoop. En Duitssprekende handelaarster nodigt ons uit om haar fabriek te komen bekijken. Piet koopt een aantal "prime rate triple A copy" polo shirts.
Er wordt gepast in de openbare paskamer. Dames doen hetzelfde.



Slimme Mongolen.

Donderdag 21 juni 2012

20120621 Ulan Bator Donderdag

Onze gids TJ is te laat. Tijd voor een pedicure en het bijwerken van mijn snor. Piet wil naar de rechtbank. TJ zou dit allemaal regelen met een vriend van hem die advocaat is. Nu blijkt zijn vriend naar de "countryside" te zijn. We zijn er lang achter dat dit eigenlijk betekent dat hij geen zin heeft of dat hij helemaal geen vriend heeft die advocaat is.

Dan maar op eigen kracht. De parkeerplaats bij de rechtbank is vol. TJ parkeert dubbel zodat er niemand meer uit kan en legt een briefje met zijn mobile telefoonnummer onder de voorruit. Ons verzoek om een rechtzaak bij te wonen moet eigenlijk een dag van te voren worden ingediend, maar we weten te regelen dat we er nu direct bij kunnen. Het is een onduidelijke zaak tegen een moeder met 2 dochters. maar wel serieus, want er zit een college van 5 rechters. Helaas wordt de zaak aangehouden omdat hun advocaat en die van de tegenpartij niet is komen opdagen. Het is een soort administratief recht dat hier wordt gesproken. Piet wil nu naar een Strafrechtbank. Maar dat doen we morgen.

We gaan naar het Museum of Modern Art, Hier is een boeiende tentoonstelling van 2 Fransen die  in 1911 tijdens een expeditie door Mongolie kleurenfoto’s en zwart-wit films hebben gemaakt. U leest het goed: kleurenfoto’s uit 1911. Dit is de eerste keer dat ik zoiets zie. Ze zijn van een mooie kwaliteit en de onderwerpen zijn bijzonder.

De Mongoolse vrouwen knipten toen hun haar niet. Ze droegen het met 2 vlechten aan de voorzijde en in een lange staart opzij van het gezicht. Deze staart werd versiert met goud- en zilverwerk. Aan de hoeveelheid kon de status worden afgelezen.  Eigenlijk net zo iets als de knipmutsen met oorijzers in onze klederdracht. Mooi om te zien. Maar onhandig bij het afwassen.
Wat een schatje.

De film laat het klooster zien waar Bram en Fons zijn. De monniken komen uit het gebouw en gaan zich op het plein ontlasten. De tentoonstelling geeft aan hoe de Mongolen voor 100 jaar leefden en op het platteland is er geen verschil te zien. Fons schiet een plaatje van een Mongool die zich midden in de hoofdstaat, notabene naast het openbaar toilet, ontlast. Dus zelfs in de stad is er niet veel veranderd.

2012 Ulan Bator, langs de grote Peace Avenue op klaarlichte dag!!
Lijkt Amsterdam wel op Koninginnedag.

Dan bezoeken wij het International Intellectual Museum. Opgezet door een Mongool die vernunftige houten constructies maakt. Dat hebben ze natuurlijk geleerd met de bouw van de tempels.
Knap stukje timmerwerk, gefotografeerd in 1911.
Helaas door de Russen vernietigd.

Intrigerende naam voor een Museum








Een prachtige verzameling van speeltjes, puzzels en goochelwerkjes die enig denkwerk vereisen. Zoals hoe leg je 10 vierduims spijkers op de kop van ee? Als ons IQ gemeten moet worden aan ons vermogen om deze puzzels op te lossen, dan is die bedenkelijk laag. Ik koop een spelletje voor ieder kleinkind in de hoop het familie IQ wat op te vijzelen in de toekomst.

Probeer het maar eens.



Bram en Fons arriveren, maar gaan na het eten direct naar bed. Piet en ik zijn uitgenodigd om te gaan snookeren met een deel van de Nederlandse club, die dit al 2 jaar elke donderdag avond doet. Dat is eigenlijk niet te merken. Het is gezellig en zoals goede gasten betaamt verliezen we netjes. Piet voelt zich beroerd en we gaan relatief vroeg naar huis.

Zo'n snookerbiljart is wel een heel groot ding.

Cultuur en disco

Woensdag 20 juni

220120620 Ulaanbaator woensdag.

Piet en ik eten ons helemaal rond in het Engels ontbijt en het verse brood. Vandaag gaan we onze -vanwege de douaneperikelen -  achterstallige cultuurimpressie van Ulaanbaator inhalen. We worden naar het Nationaal Museum gebracht door Enktushin, ook TeeJee genoemd vanwege de moeilijke naam. Hij blijft zo goed Engels te spreken en is zo geïnteresseerd, dat we hem prompt door de dag inhuren als gids en taxichauffeur voor 15 $.

We leren dat de Mongolen van de Hunnen afstammen en dat ze tegelijk met de Turken dit gebied bewonen. De Mongolen werden sterker en de Turken zwakkeer, waardoor ze verdreven werden. Een overblijfsel van de gezamenlijke Mongools/Turkse cultuur is de schildpad met een paal op zijn rug. We vroegen ons al eerder af wat die schildpad voor moest stellen, maar volgens TJ straalt de schildpad vrede uit. Hij is zo traag en niet agressief dat dit een vredelievend symbool is.

Er waren veel verschillende stammen onder de Mongolen. Ieder stam had zijn eigen klederdracht die gebaseerd op de deel. Deze worden nu nog door de moderne Mongolen gebruikt om hun afkomst aan te geven. Het ergert de Mongolen bijzonder dat China er in geslaagd is om de deel als cultuurgoed van het World Heritage Fund aangewezen te krijgen. Volgens mij hebben de Mongolen gewoon zitten slapen.

Djengis Khan verenigde al deze Mongools volkeren en begon aan de uitbreiding van zijn rijk. Hij stelde daartoe het kortste maar niet minder krachtige wetboek op. Een van de regels luidt: “wees niet zo hoogmoedig als een berg, want er is altijd wel een dom beest dat hem beklimmen kan”.
We onderbreken de rondleiding om met TJ te gaan lunchen en we krijgen een verhandeling over het gedrag van de Russen onder het Soviet regiem. Over het algemeen hebben ze een goede pers en hebben ze veel tot stand gebracht. TJ is dan ook van mening dat de privatisering na 1990 de oorzaak is van het grote milieuprobleem van Mongolie: overbeweiding. Onder het socialisme, zoals hier het communisme wordt genoemd, waren alle geiten van de staat. Tengevolge van het mismanagement van de planeconomie waren er altijd te weinig geiten en dus geen overbeweiding.

Het negatieve aspect is dat de Russen de meeste monniken hebben uitgemoord. Voor het museum staat dan ook een standbeeld ter nagedachtenis van de misdaden van de Russen. Aan dit kunstwerk is onlangs een tekst toegevoegd die oproept om de doodstraf, die nog steeds in Mongolie bestaat, af te schaffen.

Buiten zien we ook een standbeeld van een wilde berggeit. De weinige die er nog over zijn, worden onder vergunning van het Ministerie van Milieu, afgeschoten door West-Europese jagers. Dit beeld doet met erg denken aan de regel van Djengis Khan over hoogmoed.

Bij Landbridge regelen we de export van de auto’s. Na enige discussie slagen we erin om de douane zover te krijgen dat we dat op zaterdagmorgen kunnen doen.

We gaan uit met Ada en Alies, die we kennen vanuit de Nederlandse groep.  Een diner op een veranda in een gezellige atmosfeer. Het gesprek gaat over Mongolie en onze ervaringen. Volgens de dames klopt het verhaal over de kinderbegrafeniscultuur niet helemaal. Het dode kind wordt door de vader wel begraven in de bergen en niet langs de kant van de weg gelegd. Het graf wordt gelardeerd met snoepjes en zoetigheid.

We dansen in River Sound. Het is daar vol met Mongolen en er is een helse herrie. Piet stopt een paar servetjes in zijn oren. Als hij dan naar goed Deventer gebruik in de lichtmast in de disco probeert te klimmen, heeft hij alle aandacht op zich gevestigd. We werken ons flink in het zweet. Er komen een paar Mongoolse dames met ons mee dansen en even later ook twee heren. Het is erg gezellig en er wordt veel gelachen.

Als ik even op een barkruk zit uit te puffen komt een van die mannen naar me toe. Hij wijst naar een van die meedansende vrouwen en zegt: “That lady likes you AND your money very much.”  Als ik hem vraag of hij ook van zoveel van mij houdt, druipt hij met zijn gezelschap af.

De dames zijn tegen een uur volledig uitgeput en ik breng ze met een taxi naar huis. Piet blijft nog even achter. Maar nadat een Mongool hem in de houdgreep houdt, heeft hij het ook wel gezien. De bareigenaar bevrijdt hem en ook Piet gaat slapen.

Hoe zou het met Bram en Fons in het klooster gaan. Zeker niet zoveel lol gehad als wij.

vrijdag 22 juni 2012

Afzien en Afstand

Na urenlange kletterende onweersbuien ver weg in de vallei van Amarbayasgalant was het spannend of we wel terug konden via de bekende karrensporen om Ulaanbaatar te bereiken. De dag tevoren was het al glibberen en schuiven geblazen, door en over alle blubbersporen.
We kregen een goed ontbijt, helaas zonder Mongoolse yoghurt.
De eerste rivierbeddingen gingen goed. Soms moeten we enkele kilometers terug of omrijden om voor de laag en diep liggende Benz een geschikte oversteekplaats te vinden. We hadden nu immers geen hulp van de Rolls meer. We zagen op de meeste cruciale plek met modderpaden twee auto's vastzitten, waaronder een vrachtwagentje. Die oversteek zou ons zeker niet gaan lukken. Opeens zagen we een Mongoolse personen auto uit een andere richting komen die nergens op onze GPS te bekennen was. Dit was de oplossing. Gewoon weer een paar kilometer omrijden en we waren er door! Later konden we zelfs doorgewinterde Mongolen de weg wijzen!

Eindelijk weer wat zon, dus de cabriokap open.
Inmiddels hadden we ruim 2000 km zonder uitlaat gereden. Een stoer en imposant geluid over de vredige weiden vol paarden, yaks, schapen en geiten. Maar het had een voordeel: even extra gas geven en de kuddes stoven weg om ons vrij baan te geven. Alleen de paarden trokken zich er te weinig van aan.
Nu nog 300 km over de belangrijkste toegangsweg naar Ulaanbaatar. Een weg vol diepe gaten die door wegwerkers verder werden uitgediept tot vierkante spelonken. Het was dus swingen en springen van links naar rechts om deze gaten te ontwijken. Voorlopig hoeven we niet meer in een rups- of achtbaan. Soms het schurende geluid van onze Benzpens over ongelijke wegbobbels. We zijn er aan gewend geraakt. Ongelooflijk wat deze oude kar allemaal kan en te lijden heeft gehad. Fantastisch ook dat we geen problemen meer hebben gehad met radiator of waterpomp.
De laatste 15 km naar Ulaanbaatar - de enige toegangsweg uit westen, zuiden of noorden - worden genomen door plassen, gaten, stenen, waarbij we nu weten hoe je in Mongolië moet rijden: gewoon recht vooruit en altijd voorrang nemen.

met bruidspaar op de foto voor het Ramada hotel
In het Ramada hotel worden we met alle egards ontvangen, nemen na 3000 km afstand afgelegd te hebben, afstand van de trouwe Benz. Bram en ik vieren dat op het dakterras met een koude pils in een glas! Het uitzicht over de enorme metropool in de zon is geweldig.
uitzicht vanaf het Ramada dakterras

donderdag 21 juni 2012

De wegen scheiden even

Na een lange rit over asfalt met gaten van Tsetserleg via Karakorum naar Lün, meldt Piet tijdens de lunch met schaap, ui en dit keer geraspte wortelen dat hij het gezien heeft op de onberekenbare gatenrijke mongoolse paden en het liefst terugkeert naar Ulaanbaatar. Anton steunt hem hoewel hij graag de geplande tocht naar een van de top attracties van Mongolië ook wel zou willen meemaken: het 300 jaar oude Amarbayasgalant klooster in een verborgen vallei. Dit klooster is opgericht door een van de keizers van Mansjoerije voor de grootste Aziatische kunstenaar: Zanabazar (1636-1730). Een Buddhistische heilige (Bogd Gegeen), kunstenaar en eerste gereïncarneerde Buddha leermeester. Hij ligt er begraven in een tombe in het tempel complex in de bergen.
Amarbayasgalant staat voor "peaceful happiness" hetgeen we ervaren hebben als koud winderig en met forse regenbuien, doch ook afgelegen en schitterend.

Terwijl Piet en Anton in een luxe hotel in Ulaanbaatar zich laten verwennen, ploeteren Bram en Fons door zand, stof en stenen. Ze komen voor het eerst agrarische velden tegen. In de buurt van het natte vieze Ulaanbaatar gaat de Benz dweilen: een lekke achterband. Op de weg gauw reserveband aangelegd.
Ten noorden van Ulaanbaatar werd een uitgestorven Gerkamp gevonden. Er was een echtpaar die ons voorzag van yoghurt en gekruimelde aaruul. Geen faciliteiten, maar goede matras. Geen keus want het werd al donker. Inmiddels zitten we ongeveer in Siberië. Ineens veel vlakker land met eindeloze berkenbossen. Het is al donker, dus na flinke slok wodka meteen slapen, na elkaars handen gewassen te hebben met wat druppels rivierwater.

Volgende morgen blaffende honden: wolven? Krijgen nogmaals die heerlijke yoghurt, nu met onbestemde brokken. Snel weg en in eerst volgende plaatsje getankt en simpele vriendelijke bandenmongool gevonden.

vriendelijk, snel en efficient. was alles in Mongolie maar zo
Er zat een spijker in de band. Verwijderen van spijker, plakken, pompen en bandverwisselen binnen 25 minuten voor 3.500 tugrugs (€2.10)!
Vervolgens de belangrijkste weg naar de Siberische grens - 2-baans vol grote gaten - gereden tot het sterk door Russen beïnvloede Dakhan. Vandaar weer naar westen, dus weer hoge bergen met enorm veel rivieren. Na ruim 300 km afslag naar karrepad naar klooster, ons einddoel. Met al die regen werd het laveren tussen modder, stenen en vieze plassen. Soms surfen over de modder. Het gaat maar net goed.
het leven is soms keuzes maken
Enkele rivieren worden met samengeknepen billen genomen. De weg gaat door een doolhof van valleien, beddingen en bergen. Hoe heeft men dit kunnen vinden? We arriveren bij het schitterende klooster met grote stupa op aparte berg. Er zijn nog 60 monniken in het klooster. Vóór Stalin waren er het nog 2000.
Het Gerkamp "If tours" is een paradijs. Vlak naast het klooster. Stromend water, douche en toilet! We nemen het er van. Vriendelijke Engels sprekende Mongoolse studenten stoken ons vuur op en serveren ons een verrukkelijke maaltijd met schaap, rijst en kool.

leuke vakantiewerkstertjes van duidelijk goeden huize!
Het klooster is schitterend en indrukwekkend. Als je dit gezien hebt, hoef je eigenlijk de andere kloosters in Mongolië niet meer te zien. Na de onweersbui beklimmen Bram en Fons bij ondergaande zon de megastupaberg, met alziend oog en 24 gedaanten van Buddha in marmer. Om een behouden terugkeer na alle regen af te dwingen, geven we de ruim honderd gebedsmolens, met de klok mee, een flinke zet. Voldaan en uitgeput vallen we in onze ger in slaap.

het klooster in volle glorie


woensdag 20 juni 2012

Suum cuique triburere

Dinsdag 19 juni

We hebben gisteravond besloten om toch het Amarbayasgalantklooster in het noorden te bezoeken. De weg via Bulgan is ca. 300 km, waarvan 80 km zand. Dit kost ons 6 uur voor de eerste dag en daarna nog 2 uur voor de tweede dag. We kunnen dan in het klooster slapen en de diensten meemaken. Daarna is het 8 uur rijden naar UB. De omweg is in totaal 8 uur en dat hebben we er voor over.  Piet en ik hebben wat bezwaren tegen de extra afstand over het asfalt en de onzekerheid over de lengte en de kwaliteit ervan. We spreken af dat als de weg te slecht wordt voor de Rolls, dat wij dan naar UB  gaan en De Benz naar het klooster. Fons en Bram hebben een grotere motivatie om Bhoeddistisch Monnik (voor een nacht) te worden dan wij.
Na een schamel ontbijt met hard geworden broodjes met jam op de bank vertrekken we voor de eerste keer vroeg. Piet had de wekker op 6 uur gezet. De asfaltweg is goed en we komen snel op het punt aan waar we links af moeten slaan naar het noord-oosten. Er is slechts een de zandweg te zien. De Benz rijdt door en stopt bij en benzinestation iets verder op. Op basis van lokale informatie zegt Fons dat het beter is om via Kharakoram in het zuid-oosten te rijden. Op mijn vraag hoe ver of dit om is krijg ik geen duidelijk antwoord. Wel dat het allemaal asfalt is. Wij worden daar niet erg blij van, maar er is blijkbaar geen keuze.
Soms is de weg goed en dan weer stukken erg slecht. Het verradelijke is dat we op goede stukken een hoge snelheid kunnen halen, maar dat er dan plotseling uit het niets een gat of erger nog een uitholling overdwars opdoemt.  De Rolls kan hier niet tegen.
In Kharakoram stoppen we voor koffie en ontmoeten Frank van Rijn, een Nederlander op de fiets. Hij doet hetzelfde als Willemien en ik: een reis om de wereld, maar dan op de fiets. Hij heeft heel Afrika al doorkruist en is nu met Mongolie bezig. Hij schrijft zijn ervaringen op en houdt hier lezingen over in NL. Zo komt hij aan de kost. Hij houdt niet van rijden in het zand. Zijn fiets compleet met bagage weegt minstens 80 kg. Hij zelf is afgetraind, er zit geen grammetje vet op. Hij kan zijn lol op in Mongolie.

Nederlands onderonsje in Kharkhorin
We hebben een gezellig gesprek met hem en er worden foto’s uitgewisseld. Maar dan is het tijd om weer te racen. Piet vind het niet leuk dat we zo weinig tijd hebben om met interessante mensen te praten. Henk koopt een sinaasappel in de supermarkt. Als hij ontdekt dat die maar 6 cent kost, zegt hij: “Dan kan ik mij er vandaag wel 3 permitteren.”
Weer op het asfalt nu naar het noordoosten.  We slagen erin om de meeste gaten te ontwijken. De Benz blaast er ogenschijndelijk moeiteloos over heen. De weg is gevaarlijk want minstens de helft van de vracht- en personenauto’s die we tegen komen heeft serieuze problemen met banden en wielen. Ze staan soms al dagen aan de kant van de weg. Mongolen leggen grote stenen op de weg als gevarendriehoek. Als de auto gerepareerd is, dan laten ze die gewoon liggen. Nog een obstakel erbij.
Piet zit met dichtgeknepen billen naast mij. Hij vindt dat ik niet harder dan 60 moet rijden. Op mijn uitnodiging om dan zelf maar te chauffeuren gaat hij niet in. Maar hij heeft wel gelijk want even later krijgt de Rolls toch een klap van jewelste. De auto komt van voren helemaal los van het asfalt en landt even later weer. De cabine zit vol stof en een ogenblik zie ik niets meer.  Het is alsof je met 100km/u frontaal tegen een hoge trottoirband aan rijdt. Ik kruip onder de auto. Maar zie geen bijzonderheden. Het is onvoorstelbaar hoe sterk dit apparaat is.
Piet heeft er nu schoon genoeg van. “Ik doe niet meer mee.”zegt hij. Na een omweg van 200 km zijn we nog net zo ver van het klooster als vanmorgen bij de afslag die we gemist hebben. Nu moet er beslist worden. Nog eens 225 km over slechte wegen rijden om in Bulgan te komen of er mee ophouden. De Monniken in spe zijn vastbesloten om hun intrede in het klooster te doen. Ze vinden het geen probleem om er alleen naar toe te gaan. Hier is sprake van een echte roeping. Piet wil naar UB en aldus wordt besloten. Onze wegen scheiden nu voor een paar dagen.
wat zouden de dames ervan vinden
Op aanzienlijk lagere snelheid tuffen we naar UB. We kunnen alleen nog 2 suites krijgen in het Ramada hotel en dat vinden we prachtig. Verstaanbare mensen, witte lakens, zachte matras, een douche, verwarmde wcbril, een massage en een visje als diner  ipv luizendekens, harde planken, geitekeutels aan je schoenen en aardappels met uitjes en schaap. We genieten tenvolle.
Dan krijgen we een smsje van Bram en Fons, dat ze na 35 km zand en stenen met onweer weer terug zijn gekeerd naar het punt van afscheid en ook maar naar UB zijn gereden.

Bram en Fons modderen door
Daar hebben ze een lekke band gekregen en vervolgens zijn ze nog eens 200 km naar Darkhan gereden waar ze net voor donker in een geitenkamp zijn aangekomen. Ze moeten vandaag ongeveer 750 km hebben afgelegd in 13 uur. Wij genieten op het dakterras van Ramada van het uitzicht over UB. Jeder das Seine.

Mongoolse paardrijles


20120618 Tsetserleg Maandag

We nemen het ontbijt in het aangrenzend hotel, want die heeft WiFi en een full English breakfast. Tevens zijn ze wereldberoemd om hun worteltjestaart. Het is een “backpackershotel” met een prachtige menukaart en wandbord met alle lekkere dingen die ze verkopen. En ook nog alles in het Engels.
Er is helaas vandaag geen English breakfast, geen bacon with eggs enz. van de worteltjestaart hebben ze nog nooit gehoord. Dus weer brood met jam. WiFi is er wel, maar heel traag, zodat ons plan om de Weblog eens even snel bij te werken ook niet door gaat.

Fons regelt een tocht met paarden in de middag. Er moet een gids mee en daarvoor hebben we geen plaats in de auto’s. Bij het hotel valt mij het Russische busje op van de hoteleigenaar en binnen een mum van tijd hebben we de Mercedes geruild tegen de Rus. De hoteleigenaar glimt helemaal bij het idee dat hij vandaag met zijn vrouw de blitz kan maken in Tsetserleg.
het aftandse busje voor het gloednieuwe Star Hotel
Het busje zag er van buiten nog wel aardig uit, maar van binnen is het uitgewoond. Hoewel: het gecapitoneerde dak is een bezienswaardigheid.
Het provinciemuseum is in een voormalig Bhoedistisch klooster, dat gespaard is gebleven onder de vernietigingsdrang van de Sovjet communisten, omdat het al gedeeltelijk een museum was. Het zie er echt oud en authentiek uit. Tot onze verbijstering heeft de brandweer verordonneerd dat er brandmelders in moeten komen. Ze zijn bezig met de aanleg en het ziet er niet uit. Overal slordig aangelegde witte electriciteitsleidingen over de eeuwenoude donkerrood geschilderde balken. Ook vragen wij ons de zin van de brandmelding af. We hebben nergens een brandput of brandweer gezien.

het klooster van Tsetserleg
Het is de boeiendste collectie van Mongoolse gebruiksartikelen die we tot nu toe hebben gezien. Er staat een oude ger opgesteld. Een prachtige lichte constructie, die snel te verplaatsen is en toch een buitentemperatuur van min 40 kan doorstaan. Ook de naieve kunst die de 4 seizoenen in Mongolie uitbeeld spreekt ons zeer aan. Vol verbazing kijken we weer naar alle relequien en afbeeldingen van hooggeplaatste Bhoedistische leiders in het kloostergedeelte. Voor een levenswijze die zelfvervulling van het individu na streeft is er wel veel belangstelling voor BB-ers (Bekende Bhoedisten).
naieve Mongoolse kunst
In het deelover de moderne geschiedenis zien we weer tientallen foto’s en levensbeschrijvingen van Mongoolse leiders. De meesten met een hoge Sovjetpet op en vooral veel medailles. Ze hebben hier echt geen hekel aan hun voormalige Russische overheersers.
Onze Mongoolse gids spreekt geen woord over de grens en in het busje wijst ze slechts naar links of naar rechts. We komen met moeite de pas over en slaan af het weiland in. Het gezelschap vindt blijkbaar dat ik te langzaam rijdt. Even later weten ze ook waarom het dak gecapitonneerd is. De waardering voor de Russische bus daalt snel.

Bij de ger, waar de gids ook woont, staan slechts 2 paarden. We moeten wachten totdat een ander gezelschap terug is. In de ger krijgen we yakmelkthee aangeboden etc. Er is nog een bed vrij. Onder het glimlachende goedkeurende oog van moeders vlij ik mij daar op neder en val prompt in slaap.
Fons heeft niet zoveel geduld, dus wordt hij door de baas die een ernstig ingedeukt gezicht heeft, op een  onbereden paard gezet. We hebben van te voren uitgebreide schriftelijke instructie gekregen hoe we met die halfwilde temperamentvolle Mongoolse paarden om moeten gaan. Je mag ze alleen maar van links benaderen, er niet achter gaan staan, niet ritselen met kleding enz. Het gezicht van de Mongool spreekt boekdelen: zeker toch achter het paard gestaan. Het paard waar Fons op zit is nog niet aan het bit gewend en word door de Mongool via een lijn meegevoerd.
Voor Fons is dit allemaal geen probleem, want hij heeft toen hij zijn paardrijdende Clementine leerde kennen in een week 10 spoedlessen gehad om indruk op haar te maken.
Na geruime tijd komen de andere gasten terug. Het is een roodharig Amerikaan, die als vrijwilliger voor het Peacecorps een paar jaar in Mongolie is, met een paar kennissen. De gemaakte EO blijheid straalt van hem af, maar hij spreekt redelijk Mongools.
SPYR te paard
Het is een mooie tocht, waarbij Bram nu als dompteur voor het onbeleerde paard optreedt. Piet zijn paard lijkt meer op een ezel, want die wil niet of steeds een kant op die Piet weer niet wil. Maar als onze Mongool even fluit gehoorzaamd hij. De Mongool houdt alles goed in de gaten en zit bijna overdwars in het zadel. Ik heb een braaf paard, dat goed luistert. Maar die heeft een andere methode om mij duidelijk te maken dat hij niet van mij gediend is. Op een onbewaakt moment zakt hij opeens door alle knieen heen en gaat hij liggen. Ik verdenk de Mongool ervan dat hij weer even gefloten heeft, maar die zegt dat ik te groot voor het paard ben. Nou ja zeg.

Ik sla een andere toon aan tegen mijn paard en nu gaat hij in draf er vandoor. Gelukkig slaag ik erin om erop te blijven zitten. Fons vindt dat ik met mijn hoed en mijn rijstijl op de Canadese bereden politie lijk. Die laten het paard 3 stappen doen voordat ze weer terug in het zadel veren. Hij vindt dat een  heel bekakte manier van rijden.
Weer terug naar het WiFi hotel om onze lezertjes gerust te stellen dat we het hier heel gezellig met elkaar hebben.

Eindelijk asfalt


20120617 Tstetsterleg Zondag

Dit gebouw, dat ze hotel noemen, heeft bedden zonder matras maar wel met harde houten delen. Je kunt eigenlijk beter op de vloer slapen, want sommige bedden missen ook nog een aantal planken. Verder krijgt dit “hotel”zeker de prijs voor het gevaarlijkste hurktoilet. Een misstap en je valt 2 meter diep in de …… Een en ander is voor Piet aanleiding om het gemeentelijk badhuis te bezoeken. Hij moet om 8 uur eerst de badjuffrouw wakker maken. Daarna de zoon, want die had de ingang geblokkeerd met zijn motorfiets. Deze moest eerst verwijderd worden. Geen gemakkelijke klus want die had ook nog een lekke band. Maar dan kan hij zich tenminste lekker douchen.
We bezoeken de krater van de vulkaan. De brug over de rivier staat op instorten dus wacht iedere auto netjes tot zijn voorganger aan de overkant is.
veel bruggen in Mongolie zijn er zo aan toe
De kassa is nog niet open en we moeten onze eigen weg maar vinden. Nergens borden of aanwijzingen. Blijkbaar wordt dit gebied alleen met gidsen bezocht. We rijden langs een nog niet zo oude lavastroom, want er groeien nog maar kleine boompjes. De beklimming is moeizaam. We moeten allemaal wat aan onze conditie gaan doen. De laatste weken zitten we alleen maar in de auto’s.  Maar het loont de moeite.
de krater van Tariat
De krater is 100 meter diep, schatten we. Bij de afdaling fotografeert Fons ieder bloempje dat hij tegenkomt. Een Mongools vrouwtje sjouwt 5 grote thermoskannen de vulkaan op. We kopen wel wat heerlijke schapenworstenbroodjes met stukjes aardappel en uien. De door haar aangeprezen yakmelkthee slaan we vriendelijk af.

marketentster
Piet mag vandaag rijden. Als het een beetje mee zit, dan mag hij naar de derde versnelling. Niet dat hij dat niet zou kunnen, maar tot nu toe zijn we niet hoger dan de tweede gekomen.
Weer die rotweg op. We rijden ieder aan een kant van het cunet. Er is niemand die de nieuw aangelegde weg gebruikt. Het landschap is wijds en indrukwekkend. We rijden langs een diepe kloof. Dan opeens is er ASFALT!!!! We slaken een juichkreet en geven gas. Onder begeleiding van de Beatles en Normaal gaan we Oerend hard. In “no time”zijn we op de pas die uitzicht geeft op Tsetserleg. Een jongeman valt letterlijk van zijn fiets en grijpt zijn fototoestel om ons te fotograferen. We zijn voorbij voordat het hem lukt. Hij maakt een moedeloos gebaar.

In Tsetserleg is er sprake van een soort stedebouwkundige structuur. Iedere ger of huis heeft een houten hek van 2 meter hoog om zijn tuin staan. In andere plaatsen staat alles schots en scheef door elkaar, maar hier staat het op een rijtje.
Tsetserleg city
De zoektocht naar een hotel begint. Fons heeft ons een bed met wc en douche belooft. Hij heeft alleen pech dat alle politieke partijbonzen net vandaag Tsetserleg aan doen. We rijden van hot naar her. Fons is kieskeurig en slaat alle kamers af die niet aan de eis voldoen. We krijgen steeds vaker de deksel op de neus. Inmiddels heeft heel Tsetserleg ons gezien. We hobbelen met de muziek keihard achter de Benz aan. Het is gezellig.
Dan maar de mindere kamers accepteren. Helaas zijn die nu ook uitverkocht. De jongen die op de pas van de fiets viel heeft de laatste kamer ingepikt. Hij trekt een lange neus.
supermarkt in Tsetserleg
Dan maar proberen of we bij particulieren kunnen slapen. Er komt een man op de Rolls af en zegt dat hij de mooiste kamers van de gehele provincie heeft, met wc en douche. We geloven hem niet, maar Fons en Bram gaan kijken. Enthousiast komen ze terug. Het klopt inderdaad. Er staat nog geen naam op het gebouw, het is net gerenoveerd. We springen onmiddellijk onder de douche.

maandag 18 juni 2012

Voor Linette

Alleen het afstappen gaat nog wat moeilijk. Linnette, hoe moet dat eigenlijk?


Speciaal voor Linette

Kijk Opa Anton kan ook paard rijden.


Lekker Modderen


20120616 Tariat Zaterdag.

Met de Nederlandse dames krijgen we ook nu geen contact. Het lijkt wel of ze het heel erg vinden om medelanders tegen te komen. Hun reislIJder, een Vlaming is wat toegankelijker.  Hij vertelt dat hij met de “schrik van Nijmegen” op pad is. 7 vrouwen op aanzienlijke leeftijd, waarvan er 2 op een missiepost in Papoea Nieuw Guinea les hebben gegeven en onder andere een arts die Oeganda heeft gewerkt. Een heeft tijdens deze reis een been gebroken en een ander heeft de enkel verzwikt. Als Fons aanbiedt om ’s morgens om de dan nog dunne enkel een zwachtel omheen te doen wordt de aanbieding terzijde gelegd.

Ze praten tot laat in de nacht en beginnen ’s morgens weer vroeg. Er kan geen lachje af. Ze lijden, zoveel is duidelijk. De Vlaamse lijder verteld dat hij 8 uur rekent voor de volgende 80 kilometer, die wij ook moeten rijden. De ene vindt de plantjes leuk, de ander het uitzicht en de volgende de paarden. Iedere keer moet er gestopt worden en voordat hij alle 7 weer in de auto heeft is hij een half uur verder.  Hij waarschuwt ons voor de slechtste weg van Mongolie aan de zuidzijde van de rivier, die we vandaag zullen tegenkomen.
De Garmin OSM navigatie geeft een omweg van 35 km aan bijna geheel over die slechte weg. De weg er naar toe staat er niet op, dus moet Piet met zijn Russische kaarten navigeren. We besluiten om recht naar beneden te gaan, zodat we een stuk van de slechte weg mijden. De omweg gaan we zeker niet nemen.  Volgens de Russen kan dat.

Het is een van de mooiste omgevingen waar we door heen rijden. Heel vredig allemaal en wat kleinschaliger. Het lijkt een beetje op delen van Zwitserland. Het kost Fons en Bram veel manouveren om de riviertjes en de bijbehorende diepe gaten over te steken. Maar het lukt steeds. De Rolls heeft er geen enkel probleem mee. Die walst majestueus door een paradijselijke omgeving.

Vlak bij de waterscheiding krijgen we zin in koffie. Er is een huis in aanbouw met hout uit de omgeving. De bouwvakker wijst een huisje aan iets verder op en zijn zoontje springt bij ons in de auto. We zijn onmiddellijk welkom en de kachel wordt direct opgestookt om het water voor onze koffie te koken. Het is een gezinnetje met 4 kleine kinderen en het is ontroerend hoe gastvrij ze zijn.
het gastvrije gezinnetje
Boven op de pas krijgt de koppeling van de Benz weer vaporlock problemen. Even pauzeren dus. Piet zet Rock and Roll muziek op en even later staan we daar met een paar nieuwsgierige Mongolen te dansen.  Helaas doet mijn filmcamera het niet meer, wat een speciaaal sfeertje. Een moeder en dochter uit een busje iets verder op doen ook mee, maar blijven op een veilige afstand.
Piet navigeert goed en houdt zich strikt aan de Russische sporen. In het dal beneden begint het te onweren. Er is niet alleen water wat onze auto binnen komt maar ook zand. Het is een soort zandwaterstorm waar we door heen moeten. Ondanks het feit dat hij niets kan zien van de regen en het karrespoor verdwenen is komt hij op de goede plaats uit en hebben we een prachtig uitzicht over het meer in een onweersbui. Bram en Fons hebben het koud en zijn niet erg aanspreekbaar. Ik laat Bram nog even de route, die pal naar het zuiden loopt naar de grote weg, zien. Hij is het er mee eens.

De weg wordt steeds slechter en het kost de Benz grote moeite om er door te komen. Na een riviertje slaat de motor af. We proberen een volgend riviertje, waar de Rolls gemakkelijk door heenwalst.
alsof hij ervoor gemaakt is

We komen terug om de Benz  op sleeptouw te nemen en komen zelf ook vast te zitten. De Benz trekt ons los. Fons vraagt een lokale Mongool of we wel verder kunnen. Deze schudt van nee en wijst een weg aan waar we iets verder op de rivier kunnen oversteken. Volgens Piet en ik kan het gemakkelijk, we kunnen de huizen aan de grote weg al zien, het is nog maar een kilometer.  Maar Fons en Bram willen de weg die door de Mongool is aangewezen volgen. Ondanks dat we nog voldoende technische mogelijkheden hebben om  de rivier over te steken en de Benz mee te slepen, gaan we er mee akkoord. Uit veiligheidsoverwegingen rijden we 30 kilometer om op de slechtste weg van Mongolie. L L
nota bene een van de grootste doorgaande oost-west verbindingen!
Na anderhalf uur over een verschrikkelijke weg zijn we weer terug op de plaats waar we uit zouden komen. Piet wil controleren of zijn route berijdbaar is. Bij de grote rivier probeer ik de diepte door te voet  doorheen te lopen. Het water komt tot mijn knieen. Dus de route die Piet heeft uitgezet kan met een beetje duw- trek- en modderwerk.
In een cafeetje hebben we een goed gesprek, waaruit duidelijk wordt dat Fons de gehele dag in de veronderstelling is geweest dat we de omweg zouden nemen terwijl wij dat geen moment van plan waren. We bevestigen de afspraken dat Fons en Bram bepalen waar we heen gaan en dat de auto die voorop rijdt  de route bepaalt. Die navigator is verantwoordelijk voor een goede en veilige route,  die bepaalt. En daar mag geen commentaar op worden gegeven. De sfeer is weer goed en we genieten van schaap met voor de afwisseling tagliatella.

Liefdesperikelen



20120615 Yargalant vrijdag

De Duitsprekende Moogi is duidelijk geïnteresseerd in Piet. Ze komt dicht bij hem zitten en lacht om al zijn grapjes, terwijl we met zijn allen wodka drinken en stukjes chocolade eten. Volledig verzadigd na al het bier 2 flessen Merlot en een fles wodka druipen we een voor een af. Piet blijft over met Moogi.

De volgende morgen hebben we allemaal een kater. We zijn zeer geïnteresseerd in het verloop van de liefde. Piet zegt zich niets te kunnen herinneren van de avanches. Nu wij hem hierop attent maken, bekijkt hij Moogi met hernieuwde belangstelling. Dan moeten we vertrekken en nemen we afscheid van Moogi en haar zus.  Op weg komen we erachter dat we niets te eten en te drinken hebben. Naar de supermarkt. Dan is piet zijn bril kwijt. Weer terug naar het hotel en Moogi. Dan wil Piet worst. Fons en Bram zoeken zonder resultaat alle supermarkten af. Weer terug naar het hotel.  Het is een complete chaos. Ik ga op de stoep van het hotel zitten en laat het maar over me heen komen. Dan moet er weer afscheid genomen worden van Moogi, maar nu in vol Mongools ornaat.
Ik zie Moogi denken dat er niet veel verschil is tussen dronken Mongolen en Nederlanders.

afscheid bij hotel van Moogi (2e van links)
Eindelijk onderweg met veel hoofdpijn komt de Benz vast te zitten in een zandduin. Een forse ruk van de Rolls en we zijn weer onderweg.
Even later zit een grote gier ons op te wachten. Als we dichterbij komen waggelt hij weg naar zijn maten. Er zitten er in totaal zes op ons te wachten. Zouden ze onze staat van ontbinding nu al in de gaten hebben?
Dan is de weg opeens weggespoeld. We kunnen nog net op tijd remmen. We moeten terug en vlak langs de rivier. Mogolen in een ger wijzen ons de weg. Iets verderop staat een eenzame koe. Ze is net gemolken door een vrouw. Ze stapt met haar kind achterop de motor van haar man. We volgen haar naar het volgende gehucht dat 4 kilometer verder ligt.
Uiteindelijk belanden we in het gerkamp waar een warmwaterbron is. Daar kunnen we douchen en we liggen een uur in het warme water om bij te komen.
gerkamp in Jargalant met hotspring
Er komt een Russich busje aan vol met Nederlandse vrouwen. Maar die keuren ons geen blik waardig.
Piet besluit de dag af te sluiten met een concert van Heino in onze ger. Er wordt onmiddellijk geklaagd bij het eerste liedje. Een klein Mongooltje wordt op ons afgestuurd om de muziek uit te laten zetten. Ze spreekt geen woord over de grens. De boodschap is duidelijk, maar weer begrijpt Piet hem niet. Ze blijft net zo lang met een verdrietig gezicht staan totdat ook Piet bezwijkt.
Piet zwicht voor bedremmeld meisje