We kregen een goed ontbijt, helaas zonder Mongoolse yoghurt.
De eerste rivierbeddingen gingen goed. Soms moeten we enkele kilometers terug of omrijden om voor de laag en diep liggende Benz een geschikte oversteekplaats te vinden. We hadden nu immers geen hulp van de Rolls meer. We zagen op de meeste cruciale plek met modderpaden twee auto's vastzitten, waaronder een vrachtwagentje. Die oversteek zou ons zeker niet gaan lukken. Opeens zagen we een Mongoolse personen auto uit een andere richting komen die nergens op onze GPS te bekennen was. Dit was de oplossing. Gewoon weer een paar kilometer omrijden en we waren er door! Later konden we zelfs doorgewinterde Mongolen de weg wijzen!
Eindelijk weer wat zon, dus de cabriokap open.
Inmiddels hadden we ruim 2000 km zonder uitlaat gereden. Een stoer en imposant geluid over de vredige weiden vol paarden, yaks, schapen en geiten. Maar het had een voordeel: even extra gas geven en de kuddes stoven weg om ons vrij baan te geven. Alleen de paarden trokken zich er te weinig van aan.
Nu nog 300 km over de belangrijkste toegangsweg naar Ulaanbaatar. Een weg vol diepe gaten die door wegwerkers verder werden uitgediept tot vierkante spelonken. Het was dus swingen en springen van links naar rechts om deze gaten te ontwijken. Voorlopig hoeven we niet meer in een rups- of achtbaan. Soms het schurende geluid van onze Benzpens over ongelijke wegbobbels. We zijn er aan gewend geraakt. Ongelooflijk wat deze oude kar allemaal kan en te lijden heeft gehad. Fantastisch ook dat we geen problemen meer hebben gehad met radiator of waterpomp.
De laatste 15 km naar Ulaanbaatar - de enige toegangsweg uit westen, zuiden of noorden - worden genomen door plassen, gaten, stenen, waarbij we nu weten hoe je in Mongoliƫ moet rijden: gewoon recht vooruit en altijd voorrang nemen.
met bruidspaar op de foto voor het Ramada hotel |
uitzicht vanaf het Ramada dakterras |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten